Wat kan een baby van 11 maanden meestal?
Rond 11 maanden is je baby een échte ontdekker: cruisen gaat sneller (zijwaarts stappen langs meubels), opstaan en neerzakken lukt steeds vloeiender en sommige kinderen wagen al 1–2 losse stapjes. Fijne motoriek verfijnt: blokjes in een bak doen, boekjes omslaan met hele hand, klein voedsel met pincetgreep naar de mond. Aan tafel eet je baby 2–3 maaltijden met duidelijke textuur en helpt soms al met de lepel. Slaap draait doorgaans om 2 dutjes, wakkere vensters schuiven richting 3–4 uur.
In één oogopslag
- Slaap: 12–14(–15) uur/etmaal; meestal 2 dutjes, wakkere vensters ~3–4 uur.
- Motoriek: vlot cruisen, zelfstandig staan met steun, neerzakken leren; soms eerste losse stapjes.
- Fijn motorisch: pincetgreep, blokjes stoppen/uitgieten, omslaan van dikkere pagina’s.
- Communicatie: brabbels met intonatie, wijzen en gebaren (zwaaien, klappen), begrijpt eenvoudige verzoeken.
- Eten: 2–3 maaltijden met grovere texturen, oefent met lepeltje en drinken uit (open) beker/rietje.
Belangrijke mijlpalen deze maand
- Grove motoriek
- Cruisen langs meubels; overstap van het ene naar het andere meubel met korte “los”-momenten.
- Staand balans zoeken en gecontroleerd neerzakken van staan naar zit/knielen.
- Trap-interesse (op/af willen); alleen oefenen onder hand-in-hand begeleiding, nooit onbeheerd.
- Fijne motoriek & handfunctie
- Pincetgreep soepel; kleine stukken eten oppakken (altijd toezicht).
- In/uit-spel: blokjes/bakjes vullen en legen; ringen op stok, vormen passen (met hulp).
- Bladzijden van dikke voelboekjes omslaan met hele hand.
- Zintuigen & communicatie
- Reageert op naam en simpele opdrachten met gebaar/woord (“geef aan…”, “kom”).
- Brabbelt ketens (mamama, dadada), varieert toon; kan wijzen en gedeelde aandacht zoeken.
- Imiteert gebaren en geluiden (dieren, auto brrr).
- Sociaal-emotioneel
- Hechting: zoekt jou op bij spanning; scheidings- of onbekendenreactie kan nog.
- Houdt van voorspelbare routines en korte “gesprekjes” met pauzes.
- Eten & drinken
- 2–3 maaltijden; zelf eten met vingers, lepeltje mee-helpen.
- Allergenen blijven in kleine beetjes terugkomen als het eerder goed ging.
Mijlpalen zijn gemiddelden; elk kind ontwikkelt in eigen tempo. Bespreek zorgen met consultatiebureau of (jeugd)arts.
Ontwikkeling van je baby
Slaap
- Totaal: gemiddeld 12–14(–15) uur per 24 uur.
- Nacht: langere blokken komen vaker voor; sommige kinderen hebben nog incidenteel nachtvoeding.
- Overdag: 2 dutjes (ochtend + middag). Richting 12 maanden kán het middagdutje langer worden en het ochtendslaapje korter.
- Slaaphygiëne
- Altijd op de rug slapen, leeg en veilig bed, kamer ±16–20 °C, rookvrij.
- Wakkere vensters: rond 3–4 uur. Te lang = oververmoeid en kortere dutjes.
- Nieuwe skills (staan, loslaten) geven soms onrust; overdag veel oefenen helpt.
Voeding (vaste voeding + borst/fles)
- Structuur: 2–3 maaltijden per dag + borst/fles volgens jullie ritme. Denk per maaltijd in bouwstenen:
- Ijzerbron: peulvruchten, ei, (mager) vlees/vis, verrijkte pap.
- Groente/fruit: zacht gegaard/rijp, hapklare stukjes of stevig geprakt.
- Graan/zetmeel: volkoren pasta/rijst (zacht), aardappel/zoete aardappel, broodvingers/mini-stukjes (korst indien hard wegsnijden of verzachten).
- Textuur: duidelijk grof geprakt + zachte stukjes; laat mee-eten met de pot in aangepaste vorm (weinig zout/suiker, zacht).
- Zelf eten & drinken: fingerfood dagelijks; lepeltje co-feeden (jij laadt, hij/zij stuurt). Slokjes water uit open beker/rietje bij elke maaltijd.
- Allergenen: pinda, ei en andere eerder geïntroduceerde allergenen klein en herhaald blijven aanbieden als het goed ging.
- Veiligheid: geen honing tot 1 jaar; vermijd harde/ronde stukken (hele noten, druiven, rauwe wortel). Altijd toezicht.
Lichamelijke ontwikkeling & motoriek
- Vrije vloerbeweging boven stoeltjes/wippers; stimuleert balans, gewichtverplaatsing en zelfvertrouwen.
- Cruisen: langs stabiele lage meubels; blote voeten of antislipsokken geven grip.
- Neerzakken leren (staan → knielen → zitten) is net zo belangrijk als opstaan; oefen beide richtingen.
Zintuigen & communicatie
- Zien: aandacht voor kleine details, vormen en gaatjes.
- Horen/spraak: begrijpt meer dan hij/zij zegt; koppelt woorden + gebaren.
- Gedeelde aandacht: wijst om “samen te kijken”; label wat je ziet in korte zinnen en wacht 2–3 seconden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Samen eten = samen leren: beurtgedrag, imiteren, proeven.
- Scheidingsreactie: korte, vaste afscheidsrituelen helpen; voorspel je terugkeer.
Gemiddelde slaap/voeding per etmaal (indicatief)
| Onderdeel | Richtwaarde |
|---|---|
| Totale slaap | 12–14(–15) uur |
| Dutjes | 2 (ochtend + middag) |
| Wakkere vensters | ~3–4 uur |
| Vaste voeding | 2–3 kleine maaltijden |
| Voedingen (borst) | 3–5× (op vraag/ritme) |
| Voedingen (fles) | 2–4× |
Waarden zijn gemiddelden; leidend zijn je baby’s signalen, groei en luieroutput.
Wat je als ouder kunt merken
- Alles op hoogte is leuk: lades, planten, kabels, stoelen—kruip- & klimplant-proof blijft prioriteit (veranker zware meubels).
- Aan tafel: gooien/knijpen/uitgieten = oorzaak–gevolg leren; kleine porties en duidelijke woorden (“meer?”, “klaar”) helpen.
- Slaap: oefenen in bed (staan/loslaten) is normaal; overdag extra oefensessies geven rust.
- Emotie: verlatings- of onbekendenreactie; nabijheid, voorspelbaar ritueel en korte afscheiden werken.
Do’s & don’ts
- Do: bied dagelijks ijzerbronnen, varieer texturen/smaken, oefen met beker/rietje en lepeltje.
- Do: bouw een veilig speelparcours (kussens, lage meubels, tunnel), oefen ook neerzakken.
- Do: spreek in korte zinnen + gebaren (“jas aan”, “handen wassen”), en wacht op reactie.
- Don’t: kleine, harde, ronde stukken aanbieden; snijd/plat en blijf erbij.
- Don’t: lange periodes in wipstoelen/stoeltjes; vrije vloerbeweging is beter voor motoriek en balans.
Tips & activiteiten
Speelideeën (motoriek, oorzaak–gevolg, taal)
- Cruise-corridor: twee lage, stabiele meubels op 30–40 cm van elkaar; leg speelgoed op het tweede meubel om overstappen te lokken (altijd erbij blijven).
- In/uit-lab: bakjes, bekers, blokjes; benoem “in—uit—meer—klaar”; wissel materialen (hout, kunststof, vilt).
- Trap-oefening (veilig en begeleid): 2–3 lage treden op/af met beide handen vasthouden; leer op de knieën afdalen.
- Boekjes met flapjes: openen/sluiten, wijzen en wachten; 1–2 woorden per pagina.
- Muziek & gebaren: klappen, zwaaien, pats boem; ritme ondersteunt taal.
HowTo: gecontroleerd neerzakken (staan → zitten) aan meubels
- Startpositie: baby staat met beide handen aan een stabiel, laag meubel (op een antislip kleed).
- Handplaatsing: begeleid één hand lager op het meubel, de andere blijft hoger voor balans.
- Kniebuiging: moedig buigen van knieën aan (“zak—zak”), romp licht naar achter.
- Knielen: laat beide knieën de grond vinden; handje blijft aan meubel voor steun.
- Zitten: draai het bekken rustig naar de zijkant en laat je baby kontje neerzetten.
- Herhaal kort: 2–4 keer per speelmoment (5–8 min), meerdere keren per dag—stop bij vermoeidheid of frustratie.
Wist je dat… leren neerzakken bed-uit-staan-achtige nachtelijke avonturen verkort? Overdag oefenen = ’s nachts rustiger.
Leven van de ouder
- Dagindeling: 2 dutjes, wakkere vensters ~3–4 uur; plan maaltijden tussen slaap en fles/borst als je baby alert is.
- Praktisch: antislip-bord, siliconen slab met opvang, kinderstoel met voetsteun; dweil/poetsdoek paraat—rommel is leren.
- Slaapmanagement: staat je baby in bed? Kalmpjes neerleiden naar zitten/liggen; weinig praten/licht. Overdag oefenen met opstaan én neerzakken.
- Mentale gezondheid: aanhoudende stress/somberte? Bespreek het. Korte me-time-blokken (10–20 min) en taakverdeling helpen.
- Veiligheid: traphek(ken), stopcontactbeveiligers, losse kabels weg, kleine objecten verwijderen, meubels verankeren (omvalrisico).
FAQ (Veelgestelde vragen)
Moet een baby van 11 maanden al kunnen lopen?
Nee. Veel kinderen zetten rond 11–15 maanden de eerste echte stapjes. Cruisen en korte “los”-momenten zijn prima voorspellers. Oefen spelenderwijs, forceer niet.
Hoeveel eet een 11-maands baby?
Meestal 2–3 kleine maaltijden naast borst/fles. Denk per maaltijd aan ijzerbron + groente/fruit + graan. Hoeveelheid varieert per dag; plezier en variatie > volume.
Mijn baby gooit eten. Wat nu?
Werpgedrag is oorzaak–gevolg leren. Bied kleine porties, benoem “meer?” “klaar”, gebruik antislip-bord en blijf rustig. Het is leerzaam, geen “stout”.
Drinken uit open beker of rietje lukt wisselend—normaal?
Ja. Oefen enkele slokjes per maaltijd; morsen hoort erbij. Borst/fles blijft de hoofdbron van vocht tot 1 jaar.
Hoe stimuleer ik taal op 11 maanden?
Praat—wijs—wacht. Koppel woorden aan gebaren (zwaaien, “kom”), label dagelijkse handelingen in korte zinnen en lees dagelijks kort samen.
Is verlatingsangst normaal?
Ja. Een kort, voorspelbaar afscheidsritueel helpt: zeg wat je doet, doe wat je zegt, en kom terug. Geef je baby tijd en nabijheid.
Hoe voorkom ik verstikkingsgevaar?
Kies zachte stukjes (met twee vingers te pletten), snijd/plat ronde items (druif, tomaat), geen hele noten. Rechtop eten en altijd toezicht. Volg bij voorkeur een EHBO-cursus voor ouders.
Wanneer medische hulp zoeken?
Bij koorts (≥38 °C), sufheid, slecht drinken, weinig natte luiers, ademhalingsproblemen, herhaald projectielbraken, acuut verstikkingsgevaar of als je onderbuikgevoel zegt dat iets niet klopt—bel je (jeugd)arts.
Vooruitblik & navigatie
- Vorige: baby 10maanden – snel kruipen en cruisen, grovere texturen en co-feeden met lepeltje.
- Volgende: baby 12 maanden – eerste losse stapjes bij meer kinderen, overgang naar peuter-eten en mogelijk naar 1 dutje in de maanden erna.