Deze week in het kort
Eerste echte glimlachjes
Vooral reflexmatig, maar zo vertederend
Meer alertheid
Je baby kijkt nu bewuster rond
Slaapritme begint
Nog steeds 16-18 uur per dag, maar iets meer structuur
Twee weken oud – wat gaat de tijd snel! De eerste hectische dagen liggen achter je. Misschien voel je je nu iets zekerder, of juist overweldigd door alle vragen die je hebt. Dat is volkomen normaal. In deze tweede week merk je waarschijnlijk al kleine veranderingen in je baby. Je kleintje wordt alerter, de voedingen verlopen misschien iets soepeler, en jullie beginnen elkaar beter te leren kennen.
In deze uitgebreide gids nemen we je mee door alle aspecten van de ontwikkeling van je baby in week 2. Van lichamelijke groei tot slaappatronen, van voeding tot de uitdagingen waar jij als ouder mee te maken krijgt.
Mijlpalen week 2
- Alertere periodes: Je baby is nu vaker wakker en kijkt bewust om zich heen
- Sterker worden: De nekspieren worden krachtiger, het hoofdje wiebelt iets minder
- Eerste communicatie: Meer geluiden zoals kreuntjes en zachte klanken
- Visus ontwikkelt: Je baby ziet nu al iets scherper op 20-30 cm afstand
- Gewichtstoename: De meeste baby's zijn weer terug op hun geboortegewicht
Fysieke ontwikkeling en reflexen
Gewicht en groei
Ben jij bang dat je baby niet genoeg aankomt? In week 2 zie je eindelijk de wending. De eerste dagen na de geboorte verliezen baby’s normaal gesproken 5 tot 10 procent van hun geboortegewicht. Dit komt door vochtverlies en omdat de voeding nog op gang moet komen. Rond dag 10 tot 14 zijn de meeste baby’s weer terug op hun geboortegewicht.
Vanaf nu begint de echte groei. Je baby kan nu zo’n 150 tot 200 gram per week aankomen. Sommige baby’s groeien sneller, andere iets langzamer – beide zijn volkomen normaal. Let vooral op of je baby actief is, regelmatig natte luiers heeft en tevreden lijkt na voedingen.
Reflexen in actie
De aangeboren reflexen die je baby vanaf de geboorte heeft, zijn in week 2 nog volop aanwezig. Je ziet de zoekreflex elke keer als je je baby’s wang aanraakt – dat kopje draait meteen die kant op, op zoek naar voeding. De zuigreflex is sterk, en je merkt misschien dat je baby ook graag op een vingertje zuigt tussen voedingen door.
De grijpreflex is fascinerend om te zien. Leg je vinger in je baby’s handje en voel hoe stevig die kleine vingertjes kunnen knijpen. Dit is een primitieve reflex die nog maanden blijft bestaan. Ook de Moro-reflex (schrikreflex) is duidelijk zichtbaar: bij plotselinge geluiden of bewegingen spreidt je baby de armpjes en begint vaak te huilen.
Motorische ontwikkeling
In week 2 merk je dat je baby steeds sterker wordt. Het hoofdje kan nu af en toe een paar seconden omhoog gehouden worden tijdens buikliggen, al is dit nog erg vermoeiend. De bewegingen zijn nog grotendeels ongecontroleerd en schokkerig – de zenuwbanen moeten nog volgroeien.
Je baby beweegt de armpjes en beentjes regelmatig, vaak in plotselinge rukjes. Dit is volkomen normaal en helpt bij het ontwikkelen van spierkracht en coördinatie.
Slaap en waakritme
Hoeveel slaapt een baby van 2 weken?
Een baby van twee weken slaapt gemiddeld 16 tot 18 uur per dag, verdeeld over korte periodes. Dit is iets minder dan in week 1, toen het nog 18 tot 20 uur kon zijn. Je baby wisselt nu frequenter tussen slapen en wakker zijn, maar er is nog geen duidelijk dag-nachtritme.
Verwacht niet dat je baby langer dan 2 tot 4 uur achter elkaar slaapt. Dat kleine maagje moet regelmatig bijgevuld worden. Sommige baby’s slapen wat langere periodes ’s nachts, andere juist overdag. Dit is pure lotterij en zegt niets over hoe goed jij het doet als ouder.
Dag-nacht inversie
Heeft jouw baby de dagen en nachten omgedraaid? Veel ouders worstelen hiermee in de eerste weken. Je baby was gewend aan jouw bewegingen overdag in de baarmoeder – die wiegden hem of haar in slaap. ’s Nachts, wanneer jij rustig lag, was er juist meer ruimte om te bewegen en actief te zijn.
Help je baby het verschil leren
- Overdag: Houd het huis licht en levendig, maak normaal geluid
- 's Nachts: Dim het licht tijdens voedingen, blijf rustig en stil
- Voedingen: Maak 's nachts geen oogcontact, wissel alleen de luier als het echt nodig is
- Buiten: Ga overdag naar buiten – daglicht helpt het biologische ritme
Slaapveiligheid
Veilig slapen blijft essentieel. Leg je baby altijd op de rug om te slapen, in een eigen wieg of ledikant zonder kussens, knuffels of los dekbedgoed. De kamer mag niet te warm zijn – een temperatuur van 16 tot 18 graden is ideaal. Een slaapzak is veiliger dan een dekentje.
Voeding: borstvoeding en flesvoeding
Borstvoeding in week 2
Voor veel moeders begint de borstvoeding nu iets soepeler te verlopen. De eerste pijnlijke dagen zijn vaak achter de rug, je baby en jij hebben de slag te pakken. Maar dat geldt niet voor iedereen – en dat is oké. Sommige baby’s blijven worstelen met de aanhechting, andere moeders hebben last van te weinig of juist te veel melk.
Een baby van 2 weken drinkt gemiddeld 8 tot 12 keer per dag, soms zelfs vaker tijdens een groeispurt. Elke voeding kan 10 tot 45 minuten duren. Laat je baby bepalen wanneer hij of zij klaar is – meestal laat je baby de borst vanzelf los.
Herken je deze signalen van honger?
- Tongje naar buiten
- Zuigbewegingen maken
- Handje naar de mond brengen
- Hoofdje heen en weer draaien
- Huilen (dit is eigenlijk al een laat signaal)
Flesvoeding: hoeveel heeft je baby nodig?
Geef je de fles? Dan drinkt je baby in week 2 ongeveer 70 tot 100 ml per voeding, zo’n 6 tot 8 keer per dag. Dit is een richtlijn – sommige baby’s drinken iets meer of minder. Laat je baby zelf het tempo bepalen en dwing nooit de fles leeg.
Bereid de fles volgens de instructies op de verpakking. Gebruik afgekookt water dat is afgekoeld tot ongeveer 37 graden. Controleer de temperatuur door wat melk op je pols te druppelen – het moet lauw aanvoelen.
Spugen en boeren
Spuugt je baby na de voeding? Dat komt heel vaak voor en is meestal onschuldig. Baby’s hebben nog een onrijpe sluitspier tussen slokdarm en maag. Een beetje spuug is normaal – zolang je baby genoeg aankomt en tevreden lijkt, hoef je je geen zorgen te maken.
Help je baby boeren door hem of haar rechtop tegen je schouder te houden en zacht op het ruggetje te kloppen. Niet alle baby’s hoeven te boeren, en dat is ook prima.
Mijn baby wil constant aan de borst. Is dat normaal?
Ja, volkomen normaal! Dit noemen we clusterfeeding. Vooral ’s avonds willen veel baby’s om de 30 tot 60 minuten drinken. Dit is niet omdat je te weinig melk hebt – het is juist de manier waarop je baby jouw melkproductie stimuleert. Clusterfeeding komt vaak voor rond week 2, 3 en 6. Het gaat vanzelf weer over.
Zintuigen en communicatie
Zien
Je baby’s zicht is nog beperkt, maar ontwikkelt zich snel. In week 2 kan je baby het scherpst zien op een afstand van 20 tot 30 centimeter – precies de afstand tussen jouw gezicht en je baby tijdens het voeden. Dat is geen toeval, maar bewuste evolutie.
Je baby ziet vooral contrast goed. Zwart-witpatronen en gezichten trekken de aandacht. Je merkt misschien dat je baby iets langer naar je kijkt dan vorige week – die oogcontactmomenten zijn goud waard voor de hechting.
Horen
Het gehoor van je baby is al goed ontwikkeld. Je baby herkent jouw stem en reageert erop. Praat veel tegen je kleintje, zing liedjes, lees voor – ook al lijkt het alsof je baby niet luistert. Deze input is cruciaal voor de taalontwikkeling.
Harde, plotselinge geluiden kunnen je baby laten schrikken door de Moro-reflex. Dit is normaal en verdwijnt in de komende maanden.
Ruiken en voelen
Je baby heeft een uitstekende reukzin en herkent jouw geur. Dit is een van de redenen waarom huid-op-huidcontact zo belangrijk is voor de hechting. Je baby voelt zich veilig bij jouw vertrouwde geur.
Ook aanraking is essentieel. Babymassage, knuffelen, dragen – al deze vormen van contact helpen je baby zich veilig en geliefd te voelen.
Communicatie: huilen en geluiden
Huilen is op dit moment de belangrijkste communicatiemethode van je baby. Maar je hoort ook andere geluiden: zachte kreuntjes, gorgelpjes, soms een klein glimlachje (vaak nog reflexmatig). Deze eerste klanken zijn de voorlopers van echte communicatie.
Leer je baby’s verschillende soorten huilen herkennen:
- Hongerhuiltje: Ritmisch en aanhoudend
- Vermoeid huilen: Huilend en geeuwen afwisselend
- Ongemak: Hoger en onregelmatig
- Pijn: Plotseling, hard en doordringend
De ouder-ervaring in week 2
De babyblues: je bent niet alleen
Ben jij emotioneel, moe en huil je om alles en niets? Welkom bij de babyblues. Maar liefst 50 tot 80 procent van alle moeders ervaart dit in de eerste weken na de bevalling. De hormonen slaan om, je slaapt nauwelijks, je lichaam herstelt van de bevalling – het is logisch dat je emotioneel bent.
De babyblues bereikt meestal zijn piek rond dag 3 tot 5, maar kan tot twee weken aanhouden. Je voelt je misschien:
- Overgevoelig en snel van streek
- Overweldigd door alle verantwoordelijkheid
- Onzeker of je het wel goed doet
- Bezorgd om je baby zonder echte reden
- Emotioneel en huilend zonder aanleiding
Dit gaat vanzelf over. Duurt het langer dan twee weken of worden de gevoelens heviger? Bespreek het dan met je verloskundige of huisarts. Een postnatale depressie is iets anders dan de babyblues en verdient professionele hulp.
Jullie nieuwe ritme vinden
Week 2 draait om overleven en elkaar leren kennen. Er is nog geen schema, geen vaste routine – en dat hoeft ook niet. Je baby leidt nu de dans. Jouw taak is luisteren naar die signalen en daarop reageren.
Het is volkomen normaal dat:
- Je dag geen begin en einde lijkt te hebben
- Je niet meer weet wanneer je voor het laatst gedoucht hebt
- Alle dagen in elkaar overlopen
- Je niet toekomt aan “normale” dingen zoals koken of opruimen
Je doet het fantastisch. Jouw enige taak nu is zorgen voor je baby en herstellen van de bevalling. Al het andere mag wachten.
Hechting opbouwen
De band met je baby groeit elke dag. Misschien voel je al een diepe liefde, of misschien ben je nog aan het wennen aan je rol als ouder. Beide zijn normaal. Hechting is niet altijd instant – voor sommige ouders groeit het geleidelijk.
Versterk jullie band
- Huid-op-huidcontact: Leg je baby bloot tegen je blote borst
- Oogcontact: Kijk je baby aan tijdens voedingen
- Praten en zingen: Je stem is vertrouwd en rustgevend
- Dragen: In een draagdoek of draagzak voel je elkaar
- Reageren: Ga in op signalen, laat je baby niet huilen
De rol van de partner
Is jouw partner zich wat buitenspel gevoeld? Dat komt vaak voor, vooral bij borstvoeding. Maar er is zoveel wat de partner kan doen:
- Luiers verschonen
- Je baby dragen en sussen
- Zorgen dat jij kunt eten en rusten
- Huishoudelijke taken overnemen
- ’s Nachts de baby naar je toebrengen
- Emotionele steun bieden
Een betrokken partner is goud waard. Spreek af wie wat doet en communiceer over jullie behoeften.
Verzorging van je baby
Baden en huidverzorging
Je hoeft je baby niet elke dag te baden – 2 tot 3 keer per week is voldoende. Te veel baden kan de gevoelige huid juist uitdrogen. Gebruik lauw water (ongeveer 37 graden) en speciale babyzeep zonder parfum.
De huid van je baby is nog dun en gevoelig. Veel baby’s hebben last van milia (witte puntjes), baby-acne of droge huidjes. Dit is normaal en gaat vanzelf over. Gebruik geen crèmes tenzij de huisarts dit adviseert.
Luiers verschonen
Bereid je voor: je verschoont nu ongeveer 8 tot 12 luiers per dag. Dat lijkt veel, maar is een goed teken – het betekent dat je baby genoeg drinkt. De eerste weken is de ontlasting nog geel tot groenig en vrij dun. Dit is normaal bij borstvoeding. Bij flesvoeding is de ontlasting iets dikker en bruiner.
Let op tekenen van luieruitslag: rode, geïrriteerde huid. Voorkom dit door:
- Regelmatig verschonen
- De billetjes goed schoonmaken en drogen
- Luchten zonder luier
- Zo nodig een zinkolie gebruiken
Navelverzorging
De navelstreng valt meestal af tussen dag 7 en 14. Tot die tijd moet je de navelstompje droog en schoon houden. Vouw de luier onder de navel, zodat er lucht bij kan. Gebruik geen alcohol of jodium tenzij geadviseerd door de verloskundige.
Is er roodheid, zwelling of vocht rond de navel? Neem dan contact op met de verloskundige of huisarts.
Kleding en temperatuur
Kleed je baby aan in laagjes. Een vuistregel: één laagje meer dan jij zelf draagt. Controleer of je baby het warm genoeg heeft door te voelen in de nek – niet aan de handjes of voetjes, die zijn vaak koel.
Let op tekenen van oververhitting:
- Warm en bezweet
- Rode wangen
- Snel ademhalen
- Rusteloos gedrag
Vitamine D supplement
Alle baby’s krijgen vanaf de geboorte dagelijks 10 microgram vitamine D. Dit is belangrijk voor stevige botten en tanden. Ook baby’s die borstvoeding krijgen hebben dit supplement nodig, want moedermelk bevat onvoldoende vitamine D. Je krijgt dit via de jeugdgezondheidszorg.
Verzorging van jezelf als ouder
Rust pakken
“Slaap als je baby slaapt” – je hebt dit vast al honderd keer gehoord. Toch is het het belangrijkste advies. Probeer overdag te slapen wanneer je baby slaapt. Vergeet het huishouden, de was en de opruim. Slaap is nu belangrijker.
Kun je niet slapen terwijl je baby slaapt? Probeer dan tenminste te rusten. Ga liggen, lees iets lichts, luister naar muziek. Geef je lichaam de kans te herstellen.
Voeding voor jezelf
Geef je borstvoeding? Dan is goede voeding extra belangrijk. Je lichaam maakt melk en heeft daarvoor brandstof nodig. Eet gevarieerd en regelmatig. Zorg voor:
- Voldoende eiwitten (vlees, vis, peulvruchten)
- Gezonde vetten (noten, avocado, vette vis)
- Veel groenten en fruit
- Voldoende koolhydraten voor energie
- Veel drinken (2 tot 3 liter per dag)
Versterk jullie band
Houd een bakje ongezouten noten binnen handbereik tijdens het voeden. Noten zitten vol gezonde vetten, eiwitten en energie. Perfecte snack voor vermoeide ouders!
Accepteer hulp
Zeg vaker ja tegen hulp. Laat anderen boodschappen doen, een maaltijd koken of even op de baby letten terwijl jij doucht. Je hoeft dit niet alleen te doen. Een sterk netwerk helpt je door deze intensieve periode.
Je lichaam na de bevalling
Je lichaam heeft een wonder verricht en heeft tijd nodig om te herstellen. De eerste zes weken zijn belangrijk voor herstel. Je hebt mogelijk last van:
- Nageboorte (lochiale bloedverlies)
- Pijnlijke borsten
- Nageboorte krampen tijdens voeden
- Hechtingen (indien nodig)
- Aambeien
Start na twee weken voorzichtig met bekkenbodemspieroefeningen. Knijp je bekkenbodem aan alsof je je plas ophoudt, houd vast voor 5 seconden en ontspan. Doe dit meerdere keren per dag. Een sterke bekkenbodem voorkomt later problemen met urineverlies.
Grenzen stellen
Het is oké om grenzen te stellen. Heb je geen zin in bezoek? Zeg het. Wil je niet dat mensen je baby vasthouden? Dat mag. Dit zijn jouw eerste weken met je baby – bescherm die tijd.
Doen met je baby deze week
Activiteit: Gezichten kijken
Je baby is gefascineerd door gezichten. Houd je gezicht op 20-30 cm afstand en laat je baby naar je kijken. Praat zachtjes, beweeg langzaam je hoofd van links naar rechts. Je zult zien dat je baby probeert je te volgen met de oogjes. Dit stimuleert de visuele ontwikkeling en versterkt jullie band.
Bonus: Maak overdreven gezichtsuitdrukkingen (open je mond wijd, steek je tong uit) – baby’s vinden dit fascinerend!
Checklist week 2
- Hielprik laten doen (tussen dag 3-7 als dit nog niet gebeurd is)
- Eerste bezoek consultatiebureau inplannen (vaak rond week 2-3)
- Controleren of navelstompje goed droogt en geen tekenen van ontsteking vertoont
- Dagelijks vitamine D geven aan je baby
- Bekkenbodemspieroefeningen starten (als je je hiertoe in staat voelt)
- Samen naar buiten gaan – frisse lucht doet jullie beiden goed
Wanneer contact opnemen met zorg?
Vertrouw op je gevoel, maar neem zeker contact op bij:
- Koorts boven 38 graden bij je baby
- Erg slap en lusteloos – je baby reageert nauwelijks
- Weigeren te drinken meerdere voedingen achter elkaar
- Minder dan 6 natte luiers per dag (kan wijzen op uitdroging)
- Geelzucht die erger wordt of niet weggaat
- Aanhoudend huilen dat niet te troosten is
- Bij jezelf: sterke buikpijn, koorts, zware bloeding of intense somberheid
Bel altijd bij twijfel. Liever één keer te vaak gebeld dan te weinig.
Volgende week
In week 3 zie je nog meer ontwikkeling. Je baby wordt alerter, de eerste echte glimlachjes kunnen verschijnen en het contact wordt intensiever. Jullie worden echt een team.